27 mei


Lapidaria – Ik kán dat wel, maar ik wíl dat niet

Willem Vogel stond niet alleen bekend om zijn muzikale prestaties, ook een aantal van zijn snedige uitspraken werd vermaard vanwege het lapidaire – korte en krachtige, letterlijk: in steen gehouwen – karakter.

In 2000 wordt er een documentaire over Willem Vogel geproduceerd (óók NCRV) door Arnold Vogel, de jongste zoon van Willem en Tini Vogel. 

Het beelddocument is met liefde gemaakt en naast de hoofdpersoon en de maker komen er ook anderen in voor die ondertussen niet meer in het ondermaanse vertoeven, zoals dominee Overbosch, Willem Barnard en de onlangs overleden pianist Louis van Dijk.
 
Er ontspint zich een gesprek tussen vader en zoon over het componeren van gebruiksmuziek waarin
het duidelijk is dat Arnold maar moeilijk kan begrijpen waarom zijn vader zich niet bezig wil houden met avantgardistische compositietechnieken. Er zijn wel muziekstukken met een enigszins hedendaags idioom, maar Willem Vogel doet er zelf wat schamper over, waarop Arnold zegt: ‘Plotseling neem je afstand van je eigen werk’. De reactie van zijn vader (28’00”): ‘Nee. Dit kan ik óók. Als ik wil. Maar ik wíl dat niet’.

Vooral de toon waarop dat laatste zinnetje wordt uitgesproken is tekenend voor Vogel. Die hoort bij een jongetje van vijf jaar – terwijl Willem tijdens de opname de leeftijd van de zeer sterken al heeft bereikt. In die intonatie klinkt een sterke relativering door. De componist laat doorklinken dat hij het onderwerp het bespreken eigenlijk niet waard vindt. Of is het toch een bepaald ongemak? Willem Vogel weet ook dat hij door de meeste van zijn vakbroeders en –zusters eerder wordt gezien als een degelijke ambachtsman dan als een hemelbestormend componist – hoewel juist de noten van Vogel zondag aan zondag de hemel bestormen.

Het is een bewuste keuze dat hij geen ingewikkelde muziek schrijft, want, zo zegt hij even later: ‘Ik maak het niet voor míj, ik maak het voor mensen’. 

Discussie gesloten.