Wijsje op vrijdag – Here God, het Woord der waarheid
Willem Vogel sprak relativerend over ‘wijsjes’ als het over zijn eigen melodieën ging. Een ‘melodie’ klinkt als een serieuze compositie, een ‘wijs’ als een meer oppervlakkige toonzetting, hetgeen door de verkleinvorm alleen maar wordt versterkt. Daarom geheel in de stijl van Vogel: Wijsje op vrijdag.
Vogel heeft ongeveer 500 kerkliedmelodieën geschreven. Ooit was er een eerste. Die eerste melodie schreef Vogel toen hij zich al een decennium aan het grotere orgel- en koorwerk had gewijd.
In 1954 bestaat het Nederlands Bijbelgenootschap 140 jaar. Dat jubileum wordt groots gevierd met een manifestatie in de Haagse Houtrusthallen. Ook wordt ter gelegenheid van het herdenkingsfeest een compositiewedstrijd uitgeschreven, die voor Vogel een vliegende start van zijn loopbaan als kerkliedcomponist betekent. Het NBG roept componisten op melodieën te schrijven bij een drietal voor de gelegenheid geschreven teksten. Dat leverde in totaal 81 inzendingen op. Bij twee van de drie liederen blijkt de winnende melodie van Willem Vogel te zijn. Voor het derde lied is geen van de melodieën goed genoeg.
In deze melodie etaleert Vogel de muzikale taal die hij de rest van zijn leven trouw zal blijven. Over het ritme en het metrum – of het gebrek daaraan – kan ik kort zijn: slechts zelden veroorlooft Vogel zich in de 500 melodieën die nog zullen volgen grote metrische en ritmische vrijheden en frivoliteiten. Het metrum blijft – ook – in deze melodie tweedelig en de kwartnoot is de overheersende notenwaarde.
Interessanter is te zien hóe Vogel zijn melodie opbouwt. Daarbij maakt hij gebruik van ‘melodische bouwstenen’, motieven die – al dan niet in gemuteerde vorm – terugkeren. In deze wijs gebruikt hij er drie (zie het notenvoorbeeld).
a: bestaande uit repeterende noten
b: een stijgende secunde, gevolgd door een stijgende terts
c: een dalende terts, gevolgd door een stijgende secunde
Door deze bouwstenen steeds op een andere manier aan elkaar te koppelen, ontstaat een melodie die enerzijds voldoende afwisseling, maar anderzijds een grote inwendige consistentie heeft. Op het digitale compendium bij het Liedboek van 2013 (https://www.liedboekcompendium.nl/) zijn bij de beschrijvingen van Vogels melodieën vaak deze melodische bouwstenen terug te vinden. Het gebruik ervan onthult voor een groot gedeelte het geheim van de melodieën van Willem Vogel; de zingbaarheid en de memorabiliteit (‘onthoudbaarheid’).
Overigens was ook Vogel zelf kennelijk gecharmeerd van zijn eerste kerkliedmelodie. De bijzondere vorm – zeven regels waarvan de voorlaatste kort is – komt in slechts bij enkele liederen voor (zie Liedboek 2013, Lied 557/664). Toen Sytze de Vries in 1985 voor NCRV’s Lied van de Week de tekst Christus, hoe hebt Gij geweten schreef, leende Vogel zijn melodie uit 1954 daarvoor uit. Met één verschil: de voorlaatste noten veranderde hij van een as in een a. Waaróm hij dat deed is mij overigens een raadsel, het klinkt alsof Vogel zich na een wandeling vlak voor zijn huis verstapt. Geef mij maar de versie van 1954.
2. Zegen ons, o Heer der heren,
door uw Woord, de rijkste schat;
geef toch, dat wij daaruit leren,
hoe Gij ons hebt liefgehad.
Door uw Geest word’ ons gegeven
voor het leven
licht en sterkte op ons pad.
3. Wil ons hart en hand bereiden
tot de taak, die Gij ons geeft,
dat w’ uw eeuwig Woord verbreiden,
waar op aard een zondaar leeft.
Gij zult uw gemeente sterken
om te werken
wat de wereld nodig heeft.
4. Mensen, hoort het Woord des Heren;
neemt wat God in Christus biedt.
Wilt u tot zijn liefde keren
en versmaadt zijn roepen niet.
Komt tezamen met wie hoorden
naar Gods woorden;
prijst Hem, zingt het nieuwe lied.
tekst: Pieter Boendermaker