23 mei


Trivia – Soort zoekt soort

Zaterdag is de dag voor de alledaagse zaken die er wat minder toe doen, maar leuk zijn om doorverteld te worden of gewoon om de eigen nutteloze kennis op peil te houden.

Het is aantrekkelijk om te onderzoeken of iemands naam van invloed is op zijn werk. Bij veel namen (Jansen, Hoekstra, Kuipers) is dat een tevergeefse zoektocht, maar bij een musicus die Vogel heet zou dat wel iets kunnen opleveren. Schriftuurlijke vogels komen opvallend genoeg nauwelijks voor in Vogels oeuvre, maar profane vogels wel in zekere mate.

Zo begint de werkenlijst van Willem Vogel met A bird I have that sings so well van – hoe kan het ook anders – William Byrd, geschreven in oktober 1973 voor vier melodie-instrumenten en zangstem, onduidelijk voor welke gelegenheid.

In 1944 en 1947 schrijft Willem Vogel een tweetal variatiereeksen voor orgel over het oud-Nederlands lied Daar zat een sneeuwwit vogeltje. De muziek bleef in manuscript.

Van het kinderlied Kleine vogel in de tuin is naast de muziek óók de tekst van Willem Vogel. Het lied is al bijna een halve eeuw oud, maar nog zeer onlangs toegevoegd aan het liedrepertoire voor vrije scholen (zie: www.vrijeschoolliederen.nl).

Vogels in de avondstilte heet het gedicht dat Willem Vogel in 1986 op muziek zet voor driestemmig koor en fluitensemble in opdracht van het Nederlandse Pijpersgilde – fluiten zijn natuurlijk bij uitstek geschikt op vogelgeluiden te imiteren. Vogel zal de tekst zelf uitgekozen hebben; een opdrachtgever die zoiets doet, zal beticht worden van al te voor de hand liggende humor.

Vogeltje Renée voor zangstem en piano op tekst van Willem Barnard schreef Willem Vogel wellicht ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van beide Willems in 1990. Het gedicht werd verscheen al in 1957 in een bloemlezing van kindergedichten. De muziek van het werk bleef onuitgegeven.

Dat Sytze de Vries zijn onberijmde bewerking van Psalm 84 laat beginnen met Een thuis kent een vogel (1991) kan niet anders dan een knipoog zijn naar degene die deze tekst van noten moest voorzien.

Voor welke gelegenheid de drie bewerkingen voor blokfluitensemble van Jan Pieter Heije’s Klein vogelijn op groenen tak zijn gecomponeerd is onbekend.

In Woord op Wieken, het liber amicorum ter gelegenheid van Vogels 75e verjaardag (1995), wordt hij onder meer geëerd met bijna een dozijn Bijbelse vogelliederen. Helaas, de bijbehorende melodieën zijn vóór Willem Vogel en niet ván hem.

Verrast is Willem Vogel als hij in 1998 een brief krijgt van een schoolkoordirigent uit Holland (Michagan U.S.), luisterend naar de naam William Bird, die een concert wil organiseren in de Oude Kerk. Willem Vogel kan de man niet van dienst zijn, maar laat in zijn reactie weten dat de overeenkomst in naam en beroep hem aangenaam getroffen heeft.

Conclusie: Willem Vogel is tamelijk bescheiden omgesprongen met de mogelijkheden die zijn naam te bieden heeft. De naam alleen roept al voldoende op. Al te veel aandacht voor een naam leidt de aandacht voor de muziek ook maar af.